De Tuinman en de dood
Door: P.N. Eyck
Een Perzisch edelman:
Van morgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,
Mijn woning in: 'Heaer, Heer, e'e'n ogenblik!
Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.
Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.
Meester, uw paard, en laat mij spoorlags gaan,
Voor de avond nog bereik ik Ispahaan!-
Van middag (lang reeds was hij heengespoed)
Heb ik in 't cederpark de Dood ontmoet.
'Waarom', zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
'Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht bedreigd?'
Glmlachend antwoord hij: 'Geen dreiging was 't,
waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,
Toen 'k 's morgens hier nog stil aan 't werk zag staan,
Die 'k 's avonds halen moest in Ispahaan.'
0 komentar